Onze poes Fluffy is niet meer. Het is misschien vreemd om op deze plek hierover te schrijven. Het is maar een poes en wie van jullie lezers heeft haar gekend? Het doet jou als lezer waarschijnlijk niet veel. Misschien als je mij kent, vind je het sneu voor mij. Misschien ook niet. Dat is okay! Toch wil ik over haar verhalen om stil te staan bij wat ik leer om een goede collega te zijn in het werk
Allereerst en misschien wel het belangrijkste: ze was er. Okay, ze was ook wel eens verder weg van huis. Ze kwam altijd terug. Bijzonder was de tijd dat ik op en neer naar Leeuwarden reisde. Ongeveer 10 minuten voor ik thuiskwam, werd Fluf onrustig en moest de voordeur open om buiten te wachten. Wanneer ik aankwam met de auto en was uitgestapt, liep ze voor mij uit naar binnen en nam een aai in ontvangst. Dat ging jaren zo door. Omdat ik op variabele tijdstippen thuiskwam, heb ik mij altijd afgevraagd: hoe zou ze dat gevoeld hebben?
Fluffy was sowieso ‘Mijn Poes”, in de zin dat zij de eerste kat was die mij kon verdragen. Het maakt haar niet uit dat ik druk door het huis beweegde, luidruchtig was of welk ander onvoorspelbaar gedrag vertoonde waar alle ander poezen van wegholden. Ik kon haar omgooien op de vloer en de vloer met haar dweilen, zoals je een poetslap heen en weer beweegt. Fluf keek er niet van op. Ze vertrouwde mij en tegelijkertijd nam zijn mij niet zo serieus.
Ze heeft vele – meer dan negen - kattenlevens versleten. Hoe vaak heb ik niet gedacht als ik naar de dierenarts ging “dit keer redt ze niet”. Ze wist ons te verbinden in haar verzorging. We hebben wat afgehold met medicijnen en het haar makkelijk maken. Zonder dat ze daar om heeft gevraagd. Want als ze echt iets wilde, dan wist zij dat wel duidelijk te maken. Om 06.00 uur ’s ochtends sprong zij op de tuintafel om een keel op te zetten dat het nu echt tijd is om eten te geven. Klagen? Dat kwam niet in haar woordenboek voor. Ze moet veel pijn hebben gehad de laatste weken en daar hebben we eigenlijk weinig van gemerkt. Van de waardigheid waarmee zij haar last droeg, kan ik veel leren.
Ze is ruim 18 jaar geworden, best een oude poes dus. Ze bleef belangstelling houden in water. Water fascineerde haar enorm. Zelfs tot de laatste dagen won haar nieuwsgierigheid het van de pijn en ging zij er met haar neus bovenop zitten om te zien hoe de tuinplanten water kregen. Toen ze nog jong was, hadden we een dun plankje over een vijver gelegd, waar ze overheen kon lopen. Als we sprieten gras (Bies) in de vijver gooide ging zij erachteraan om die als een hondje te apporteren. Een poes in een verkeerd lichaam zeiden we wel eens. Het dunne buigzame plankje deed haar nog wel eens in het water belanden en dan kwam ze straal verzopen uit het water. Nee, er blijft dan niet veel poes over.
Mee willen wandelen uit nieuwsgierigheid deed zij ook. Hard hollend liepen we dan weg van huis om te voorkomen dat ze helemaal naar het nabijgelegen winkelcentrum meeliep. Als ze aandacht wilde, een schoot om op te zitten of een aai over haar bol, dan eiste ze die gewoon op. Op je laptop gaan zitten en je aankijken met een blik van “nu ik even” om dan kort daarna weer weg te lopen. Want ze wil wel aanhankelijkheid en geen afhankelijkheid.
En als je je dan toch wil afzonderen? Dan klim je gewoon op de parasol of het zonnescherm. Een bult verraadde haar en als we haar prikten onder het doek gaf dat aanleiding tot kat en muis spel. Ook al vonden we haar de mooiste een liefste poes, moeders mooist was ze niet met een zwarte streep onder haar neus. We noemden haar ook wel ‘Snor” of “Adolf” en veel broertjes en zusjes zijn terug te vinden bij cat’s that look like hitler
Katten vangen vogels en dan zijn we gelijk bij de mindere kant van Fluf. Ze was best goed in vogels vangen. Hoe ze het voor elkaar heeft gekregen weten we niet, maar ooit stond ze ineens met een zeldzame IJsvogel in haar bek in de woonkamer. Ik kon er niet om lachen, al moet ik toegeven dat ze wel smaak had.
Nu is de dood en herinner ik mij zoveel mooie momenten, te veel voor in een blurr. Ze was een perfect maatje, een vriendinnetje. Ze zou een perfecte collega zijn geweest! Ik zou willen dat ik net als Fluffy herinnerd wordt: nieuwsgierig, speels, niet klagen, duidelijk aangeven, aanhankelijk, onafhankelijk, zelfbewust, vertrouwen geven, een antenne voor de ander en die ook weer niet te serieus nemen. Ook een die af en toe de mooiste ijsvogelklusjes uit het werk pikt. Dat neem je gewoon voor lief. Een gewoon werkend leven leiden en daardoor heel bijzonder worden.
Het was mooi.
Dag Fluf.
Comments